Tips voor een blog (2)

Heb je een goed onderwerp voor je blog te pakken en weet je welke punten je wilt bespreken? Mooi.  Aan de slag! Hier een handvol tips waardoor je verhaal misschien nog beter uit de verf komt.

Je publiek

Belangrijk om je te realiseren voor je aan je blogartikel begint: waar ga je het bericht plaatsen en voor wie schrijf je eigenlijk ? Voor vakgenoten, potentiële klanten of voor een breder netwerk? Dat maakt  verschil voor de schrijfstijl en de taal die je gebruikt. Verwacht je een bepaald kennisniveau van je lezer? Moet je vaktermen toelichten of is dat overbodig? Kies je voor de u- of jij-vorm? En moet het formeler of mag het losser ?

Tips voor een blogKort of lang(er)

Op internet moet je boodschap kort en krachtig zijn, toch? Dat klopt, maar er is ook een andere ontwikkeling aan de gang. We verzamelen steeds meer kennis via internet, en dus hebben we minder moeite met het verwerken van langere online artikelen. Sterker nog, blogberichten met meer dan 1000 woorden worden eerder aangemerkt als serieuze vakliteratuur. We delen die blogs eerder en reageren er vaker op. Tel uit je winst! Maar hou het to the point. Ook hiervoor geldt: voor wie schrijf je en met welk doel?

Het oog wil ook wat

Bij langere teksten moet je het je lezers wel een beetje makkelijk maken. We blijven tenslotte scanners als het om internet gaat. Dus schrijf geen massieve blokken tekst van twintig regels, maar verdeel je blog in hapklare brokjes met sturende koppen. En als het kan: maak gebruik van de kracht van lijstjes.
Afbeeldingen of filmpjes maken je artikel visueel aantrekkelijker. Stop er daarom eens wat extra energie in om iets passends bij je artikel te vinden. Op LinkedIn en zeker op Facebook zijn berichten met beeld eigenlijk verplichte kost. En als je een blog op je eigen website hebt: zoekmachines zijn dol op een beetje visueel spektakel.

Pas op je woorden

Misschien lijkt het vergezocht, maar de keuze voor bepaalde woorden heeft invloed op het leesgemak van je publiek.

  • Vermijd werkwoorden als worden, kunnen, zullen, zijn en hebben. Ze leveren soms een onnodig stapeleffect op: ‘Het zou erop kunnen duiden dat…’. Zinnen met minder werkwoorden lezen makkelijker.
  • Schrijf actief en persoonlijk. Vermijd de lijdende vorm: ‘Neem zo snel mogelijk contact met ons op’ in plaats van ‘U wordt verzocht zo snel mogelijk contact met ons op te nemen’.
  • Vermijd typische schrijftaalwoorden in je blog, zoals doch, echter en derhalve. Sterker nog, kies altijd voor woorden die je ook zou gebruiken in een informeel gesprek over hetzelfde onderwerp .

Schrijftaal of spreektaal?

Dat brengt me op het volgende onderwerp: bloggen is eigenlijk een prachtige mix van schrijven en spreken. Schrijf vanuit het idee dat je tegen een goede bekende aan het praten bent. Dat betekent dat je korte en lange zinnen kunt afwisselen. En dat je een zin best mag beginnen met en, want of ja maar.  Je mag zelfs sorry zeggen in een blog!
Dit pleidooi voor spreektaal heeft een dubbel doel:

  • Je maakt het je lezer gewoon makkelijker. Hij of zij moet je blog vooral met plezier lezen.
  • Spreektaal maakt alerter. Het prikkelt je hersenen onbewust tot reageren. En dus sla je geschreven informatie in spreekstijl vanzelf beter op.

Finishing touch

Print het concept van je blog uit en lees hardop voor. Loopt het ergens niet lekker of is er geen samenhang? Schaven! Kan het hier en daar nog compacter? Doen!
Kijk kritisch naar taal- en spelfouten, of laat iemand anders je tekst checken. Geloof me, ik zie zelf ook wel eens wat over het hoofd.

Nog vragen over dit onderwerp? Aarzel geen moment en schrijf me. Ik denk graag met je mee!

 

Tips voor een blog (1)

Je hebt die prachtige nieuwe website waar je (terecht) enorm blij mee bent. Alles staat erop zoals je dat wilde. Je hebt het trots in het online netwerk rond getoeterd, en een flink deel van de vrienden/contacten heeft de site ook echt bezocht. Sommigen hebben gereageerd met een positief bericht of een opgestoken duim. He-le-maal top, en je leunt tevreden achterover.

Statistieken

Maar als je een week of zes later de statistieken van Google Analytics eens goed bekijkt, zie je dat de bezoekersaantallen van de website langzaam maar tergend zeker afnemen. En dan hoor je  een stemmetje: “Ze gaf je al een tip hè, die tekstschrijver. Misschien moet je regelmatig eens een blog plaatsen om aandacht te vragen voor je site”.

blog: waar moet het over gaan?

Onderwerpen

Vingers opsteken: wie herkent dit? En wie herkent dan ook meteen de volgende hoofdbreker: Waar Moet Ik Het Dan Over Hebben? Dat probleem kan ik niet helemaal oplossen, maar een zetje in de goede richting lukt vast wel.
Ik ben ervan overtuigd dat je onderwerpen voor een blog in het hoofd hebt. Je bent professional op jouw vakgebied, dus wie weet het beter dan jij? Wees niet te bescheiden en laat de schroom varen.

Doel

Bij het creëren van een blogpost is het prettig om voor ogen te houden dat je niet voor álle lezers het ultieme Do It Yourself-verhaal hoeft te schrijven. Misschien geeft dat een beetje lucht. Een aantal van hen zal acuut met de genoemde tips aan de slag gaan. Prima. Aan de rest, de meerderheid, laat je vooral zien wat je expertise is. Dát is simpelweg het hoofddoel. En misschien trek je met het etaleren van die vakkennis een aantal potentiële klanten over de streep.

Kladblok

Wat je beter niet kunt doen: een blanco scherm op je laptop openen en hopen dat de inspiratie op het toetsenbord neerdaalt. Bij sommige mensen werkt dat prima, maar bij de meeste stervelingen niet. Bar frustrerend.
Probeer dit eens. Verzamel eerst wat losse flodders waar misschien ooit een blog in zit. Of snippers die je kunt combineren voor een blog. Schrijf deze op een doodgewoon, ouderwets notitieblok dat op je werkplek ligt. Of voor onderweg: gebruik het kladblok van je telefoon.
Heb je een onderwerp te pakken, rol dan de rode draad uit. Wil je naar een clou toewerken of wordt het een praktisch overzicht van tips? Noteer ook details, in steekwoorden of korte zinnen, die je misschien kunt gebruiken. Met die basis ga je van start.

Suggesties

Maar nu nog even terug naar die onderwerpen. Zoek het gerust een beetje breed. Hier wat tips.

  • Je vakgebied in het nieuws? Bingo! Maar vertel het wel in je eigen woorden. Dat vindt Google fijn.
  • Het probleem van een klant en jouw oplossing ervoor. Hou de focus vooral op die klant. Daar kan de lezer zich in herkennen.
  • Wat en hoe? Natuurlijk stellen klanten je wel eens vragen. Zijn die interessant genoeg om in een blog te behandelen?
  • Deel je eigen ervaringen. Over die dag op de beurs die fantastisch verliep. Of die lastige klus die je met bloed, zweet en tranen tot een goed einde hebt gebracht. En misschien ook die misser waar je veel van hebt geleerd.

Hulp

Misschien zie je het na deze tips wat meer zitten. Of je denkt: ik weet heel goed wat ik zou willen vertellen, maar ik heb gewoon een hekel aan schrijven / heb er de tijd niet voor (over) / ben dyslectisch. Denk even na. Er is vast wel iemand in je netwerk die kan helpen. Een tekstschrijver bijvoorbeeld.

Natuurlijk valt er over dit onderwerp nog veel meer te vertellen. Volgende blog. Want ja, ik wil je binnenkort ook weer naar mijn website toe kunnen trekken.

Taalnieuws uit België

Het eerste blog op mijn website. Dilemma. Schiet ik meteen dienstverlenend uit de startblokken met ultieme tips & tricks voor de leergierige lezer? Nee, ik begin casual, over de Nederlandse taal.

Eigenlijk komt onze taal vooral negatief in het nieuws. Eén grote klaagzang. Het taalniveau van de Nederlander is niet meer wat het geweest is, zelfs journalisten slaan de plank regelmatig mis, en bij jongeren onder de 25 is de spelling gemiddeld genomen om te huilen. Allemaal waar. Om heel depressief van te worden als taalmens. Maar ook daar heb ik het nu niet over. Later. Misschien.

Waarover dan wel geblogd?

Welnu, kort geleden werd ik blij van een nieuwsbericht over taal. Heel blij. Het artikel kwam van over de grens, uit België. We hebben er via onze zuiderburen namelijk zo’n 700 woorden bij gekregen in het Nederlandse taalcircuit. Zomaar! De krant De Standaard heeft ze in kaart gebracht voor hun redacties, zodat die niet meer ieder Vlaams woord op een goudschaaltje hoeven te wegen.
Ook de nieuwste papieren versie van de Dikke Van Dale, die dit jaar uitkomt, schijnt een stuk soepeler om te gaan met de Belgisch-Nederlandse woordenschat. Een ware ommekeer in de noord-zuidverhouding.

Blog Anita van Prooijen over het Gele Boekje
Dat betekent dat we vanaf nu het hooghartige Noord-Nederlands correct kunnen opfrissen met swingend Vlaams. Een opsteker voor Calimero, en een cadeautje voor ons taalnerds. Ik weet niet wat mijn klanten ervan zullen vinden, maar ik ga gewoon af en toe wat Zuid-Nederlands in mijn teksten strooien. Om te wennen. Als dat geen unieke content oplevert?

Want zeg nou zelf: een onthaalmoeder is per definitie een stuk gezelliger dan een oppasmoeder, fier klinkt nog trotser dan trots, en het woord duimspijker is absoluut functioneler dan punaise.

Als service heeft De Standaard onder zijn lezers het ‘Gele Boekje’ verspreid, waarin de 700 uitverkoren woorden en uitdrukkingen zijn opgenomen. Plus 300 populaire woorden die de selectie net niet hebben gehaald trouwens.
Helaas. Ik ben niet geabonneerd op De Standaard, maar op De Volkskrant. En daarin was het Gele Boekje níet als zaterdagbijlage opgenomen. Heeft iemand misschien familie in Vlaanderen…? En zou die dan misschien…?  Dat zou plezant zijn. Al is dát woord jammer genoeg  buiten de boot gevallen.

info@anitavanprooijen.nl / 06-16204594 / Bisschop Bottemannestraat 25 / 1817 EM Alkmaar